afschuimen werkw. Uitspraak: [ 'ɑfsxœymə(n) ] Afbreekpatroon: af·schui·men Vervoegingen: schuimde af (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft, is afgeschuimd (volt.deelw.) 1) overtollig schuim verwijderen Vervoegingen: heeft afgeschuimd (volt.deelw.) Voorbeeld: 'een glas bier afschuimen' 2) achter elkaar bezoeken...
1) Afromen 2) Afscheppen 3) Afspanen 4) Ontvetten 5) Rondvaren 1) Afromen 2) Afspanen 3) Afstropen 4) Doorzoeken 5) Bereidingswijze 6) Ontvetten 7) Sop verwijderen 
Met een schuimspaan het schuim van de oppervlakte scheppen, met name bij bouillons
Met een schuimspaan het schuim van de oppervlakte scheppen, met name bij bouillons.
Het verwijderen van een substantie van het oppervlak van een vloeistof.
Het met een schuimspaan verwijderen van schuim van een bouillon zodat er een heldere vloeistof achterblijft. http://www.kokswereld.nl/content-culinairwoordenboek.html
Met een schuimspaan het schuim van de oppervlakte scheppen.
Met een schuimspaan het schuim van de oppervlakte scheppen Het afscheppen van vetdeeltjes of gestolde eiwitten die tijdens het kookproces naar de oppervlakte komen
Het met een schuimspaan verwijderen van schuim van een bouillon zodat er een heldere vloeistof achterblijft.
Afschuimen doe je door met een schuimspaan het schuim van het kookvocht te scheppen, bijvoorbeeld als je vlees kookt in bouillon. Door af te schuimen krijg je een mooie heldere bouillon Bron: Vlees.nl