akker, bouwland (zie: kouter) - Voorbeeld: ‘Hoe zijt ge hier doende, vraagt Knorre. - Wel op mijn koeiplekje, zeventienhonderd akkerkouter, een vijfhonderd wei, riep Blomme opgeruimd’ Gevonden op https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0004.php