alles, allen, alle(s) te zamen, altegader - Voorbeeld: ‘Tuur gaf bevelen Sepke Martin ook en ze schreeuwden al dooreen, zodanig dat 't altegaar niets betekende en op zottemarterij geleek’ Gevonden op https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0004.php