het antibioticum zelfst.naamw. Uitspraak: [ ɑntibiˈjotikʏm ] Afbreekpatroon: an·ti·bio·ti·cum Verbuigingen: antibiotica (meerv.) geneesmiddel tegen ontstekingen medisch Voorbeeld: 'een antibioticum voorschrijven' 
1) Geneesmiddel tegen ontsteking 2) Penicilline 3) Geneesmiddel dat bacteriën doodt 4) Remstof 5) Geneesmiddel 6) Ontstekingsremmer 7) Geneesmiddel voor infectieziekten 8) Wering van infectie 9) Koortswerend middel 
geneesmiddel tegen besmettelijke ziekten vb: de dokter schreef mij een antibioticum voor
•geneesmiddel tegen infectieziekten. •bacteriedodende stof van natuurlijke (= niet-kunstmatige) oorsprong.
microbedodend middel
middel tegen micro-organismen; geneesmiddel tegen bacteriën bij een infectie
Stof, die de groei van bacteriën remt of bacteriën doodt.
Een door micro-organismen geproduceerde chemische substantie die de capaciteit heeft om, in verdunde oplossingen, de groei van andere micro-organismen te remmen of ze te vernietigen.
Een middel tegen infectieziekten dat de ziekteverwekker direct aantast. Gevaar: bacteriën kunnen resistentie ontwikkelen.
(meerv. antibiotica) doodt bacteriën (dit heet een bactericide antibioticum) of remt de groei van bacteriën (dit heet een bacteriostatisch antibioticum). Een voorbeeld van een bactericide antibioticum is Enrofloxacine (Batril®), een voorbeeld van een bacteriostatisch antibioticum is bijv. Doxycycline (Doxoral®). Zie ook handboek Antibioticum
Bacteriedodend of bacteriegroeiremmend middel
microbedodend middel (toon de herkomst via de etymologiebank)
Geneesmiddel dat gebruikt wordt om infecties te bestrijden die veroorzaakt worden door bacteriën of andere micro-organismen.
Stof dat bacteriën doodt of de groei van bacteriën tegengaat. Antibiotica is het meervoud van antibioticum.