attributief bijv.naamw. Uitspraak: [ ɑtribyˈtif ] Afbreekpatroon: at·tri·bu·tief (van een bijvoeglijk naamwoord) in de positie voor een zelfstandig naamwoordtaalkunde Voorbeeld: 'In 'de dichte deur' is 'dicht' attributief gebruikt, in 'de deur is dicht' predicatief.' Antoniem: predicatief 3 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/attributief
• [taalkunde] wanneer het voor een zelfstandig naamwoord geplaatst wordt. •:Een groot huis. •::"In deze zin staat groot vóór huis, dus is groot hier 'attributief'." •:Het huis is groot. •::"In deze zin staat groot ná huis, dus is groot hier 'predicatief'." Gevonden op https://nl.wiktionary.org/wiki/attributief