batten werkw. Afbreekpatroon: 'bat - ten Herkomst: «Engels Vervoegingen: batte (verl.tijd ) Vervoegingen: gebat (volt.deelw.) het slaghout hanteren bij cricket sport Voorbeeld: 'de partijen krijgen allebei één slagbeurt, waarin alle elf spelers mogen batten totdat ze uit zijn' Zie ook: bat 
1) Slaan bij cricket 2) Cricketterm 3) Het slaghout hanteren 
het team zijn dat met de bat de wicket verdedigt in de cricketsport; de speler zijn die met de bat de wicket verdedigt in de cricketsport het bat hanteren in het cricketspel
Slaan
het aanleggen van rivierwerken.
Straattaal voor: Slaan
[slang] batten; klappen; pukul; stoeken; thopen = slaan