de baviaan zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ bɑvi'jan ] Afbreekpatroon: ba·vi·aan Verbuigingen: bavianen (meerv.) aap met lange snuit en staart Voorbeelden: 'bavianen leven in groepen op de grond in Azië en Afrika' , 'een baviaan met een felgekleurde snuit' , 'iemand uitschelden voor stomme baviaan' Synoniemen: hondsaap Gevonden op https://woorden.org/woord/baviaan
grote aap met een grijsbruine vacht, een lange snuit en grote hoektanden die vooral leeft in de steppen en savannen beneden de Sahara man die te dom of niet bekwaam is om behoorlijk zijn taak uit te voeren man die in zijn betoog gebruik maakt van geschreeuw en gescheld in plaats van argumenten Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/baviaan
1.grote aap Voorbeeld: ‘'t Minnewijf was er bij en ze zegt dat het een figuurlijke aap is, een geirnde baviaan’ 2.(scheldwoord) lelijke mens Voorbeeld: ‘Hoe is zulk een poezelig schepsel met zulke lelijke baviaan van een vent getrouwd?’ Voorbeeld: ‘En voort gingen ze overhands aan 't roepen naar ginder in de laagte, also... Gevonden op https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0005.php
Bavianen (Papio) vormen een geslacht van apen binnen de familie Cercopithecidae. Hun verspreidingsgebied is het zuidelijke Arabisch Schiereiland en Afrika ten zuiden van de Sahara. Het zijn op de mensapen na de grootste apensoorten. Er worden over het algemeen vijf verschillende soorten onderscheiden. De nauwste verwanten van de bavianen zijn de ma... Gevonden op https://thesaurus.cultureelerfgoed.nl/concept/cht:b29dcaa7-4a93-46a5-87f0-1