beloven werkw. Uitspraak: [ bəˈlovə(n) ] Afbreekpatroon: be·lo·ven Vervoegingen: beloofde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft beloofd (volt.deelw.) (iemand) zeggen dat je zeker iets zult doen of geven Voorbeelden: 'beloven dat je de afwas zult doen' , 'een snoepje beloven' Synoniem: toezeggen Beloofd is beloofd. (wat je belooft mo... Gevonden op https://woorden.org/woord/beloven
zeggen dat je hem iets zult geven of dat je iets voor hem zult doen vb: Ahmed heeft mij een horloge beloofd dat belooft wat! [dat zal wel erg mooi, vervelend, enz. worden] Gevonden op https://mowb.muiswerken.nl/