Zie ook:
bespuug

bespugen werkw. Uitspraak: [ bə'spyxə(n) ] Afbreekpatroon: be·spu·gen Vervoegingen: bespuugde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft bespuugd (volt.deelw.)
spugen op (iemand of iets), vooral om je minachting te tonen Voorbeeld: 'uitgescholden en bespuurg worden' Synoniem: bespuwen Synoniemen: bespuwen 1 definitie...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/bespugen

• "iemand, iets ~": speeksel doen belanden op iets of iemand (+audio)
Gevonden op
https://nl.wiktionary.org/wiki/bespugen
Geen exacte overeenkomst gevonden.