betel zelfst.naamw. (de) Afbreekpatroon: be·tel Verbuigingen: betellen (meerv.) Aromatische, antibacteriële, stimulerende kruidachtige klimplant met halfverhoute stengels, glanzende tot 15 cm lange spitse bladeren en vlezige vruchten. Betelbladeren zijn goed voor het immuunsysteem.< br> Bruikbare delen zijn de bladeren en de olie. De bl... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/betel
Let op: Spelling van 1858 eene Oostindische, tot het pepergeslacht behoorende plant, welke de bewoners derwarmeluchtstreken als tabak kaauwen Gevonden op http://www.dbnl.org/tekst/weil004kuns01_01/