
Spreekwoorden: (1914)
Iets beu zijn,d.w.z. er genoeg van hebben, iets moe zijn; mnl. mi heeft boy, ik ben beu van; oorsprong onbekend. Kiliaen vermeldt: Bo, satur, oppletus, obrutus cibo, potu; doch in de 16<sup>de<-sup> eeuw is ook beu niet onbekend, blijkens Spieghel, Hertspieghel, 6, vs. 498: Bue van boekw...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Iets beu zijn,d.w.z. er genoeg van hebben, iets moe zijn; mnl. mi heeft boy, ik ben beu van; oorsprong onbekend. Kiliaen vermeldt: Bo, satur, oppletus, obrutus cibo, potu; doch in de 16<sup>de<-sup> eeuw is ook beu niet onbekend, blijkens Spieghel, Hertspieghel, 6, vs. 498: Bue van boekw...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.