traag rijden van een trein die bij elk tussenstation stopt met de boemeltrein of met een bus reizen uitgaan en daarbij veel alcohol drinken, vooral door de kroegen af te lopen; aan de boemel gaan; aan de zwier gaan; de bloemetjes flink buitenzetten; doorzakken; kroeglopen; pimpelen; pintelieren Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/boemelen