
de boommeester zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: boommeesters (meerv.) Verbuigingen: boommeestertje (verkleinwoord)
een persoon die de slagboom naar de haven beheert en havengelden in ontvangst neemt Voorbeeld: 'Ben je al bij de boommeester langs geweest om ons verblijf in de haven te verlengen?' . ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/boommeester
Geen exacte overeenkomst gevonden.