borduren werkw. Uitspraak: [ bɔrˈdyrə(n) ] Afbreekpatroon: bor·du·ren Vervoegingen: borduurde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geborduurd (volt.deelw.) met naald en garen figuren op een stuk stof maken Voorbeeld: 'een geborduurd tafellaken' Synoniemen: inborduren naaien 6 definities...
1) Handwerk 2) Handwerken 3) Handwerktechniek 4) Inborduren 5) Naaien 6) Naaldvak 7) Naaldwerken 8) Steken 9) Stekken 10) Stikken 11) Vorm van handwerk 12) Vorm van handwerken 13) Vrouwenhandwerk 1) Handwerken 2) Naaien 3) Naaldwerken 4) Opsmukken 5) Stikken 6) Vastgrijpen 
figuren maken met de naald (toon de herkomst via de etymologiebank)
met naald en draad ergens versieringen op aanbrengen vb: mijn oma heeft dit tafelkleed nog geborduurd
met naald en draad versieringen aanbrengen
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] eig. door middel van de naald een doek met figuren voorzien; van Frans bordure = omboordsel; daarna (fig.) onwaarheid vertellen, toevoegsels aan een verhaal maken, een zaak vergroten, kleuren.
figuren naaien
Het stikken van decoratieve patronen in stof, leer of papier, met de hand of machinaal. Voor de techniek van het aanbrengen van lancé-patronen, waarmee verhoogde patronen worden ingeweven in een geweven stof wordt `brocheren` gebruikt.