
en de eind stukken oren. G.J. Schutten spreekt respectievelijk van waterstuk en oorstukken. De praam kon voorin geroeid worden. Daar bevond zich ook de weeggoot. De Kespenpraam ontleent zijn naam aan de planken van de dwarsdubbeling op het vlak. Het was circa 6,7 meter lang. De Veilingpraam mat circa 7,5 meter. Het vlak bezat leggers waarop e...
Gevonden op
https://www.binnenvaarttaal.nl/index.php?woord=a#aalsmeerse_kespenpraam
1> bovenste gang bij (open) houten vaartuigen. Ook bovengang genoemd.
2> de bovenste rand van de romp. Ook als het scheepsboord bekend.
3> bij knikspantrompen het gedeelte boven het berghout. Vergelijk: boeisel. Bij het ontbreken van het berghout: het gedeelte boven de buitenste knik.
4> gang direct onder het berghout , ...
Gevonden op
https://www.binnenvaarttaal.nl/index.php?woord=boo#bovenboord

bovenrand - Voorbeeld: ‘
Het kannetje was een rilde ding en rondbuikig, opvazend omlaag, met een trechtertootje aan de bovenboord’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0005.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.