de cipres zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ si'prɛs ] Afbreekpatroon: ci·pres Verbuigingen: cipressen (meerv.) slanke, spits toelopende naaldboom uit het gebied rond de Middellandse Zee Voorbeeld: 'een cipressenlaan in Toscane' 4 definities...
1) Altijd groene naaldboom 2) Boom 3) Conifeer 4) Naaldboom 5) Pijnboom 1) Naaldboom 
De cipres is een boom die winterhard is en het hele jaar door groen blijft. Dit is een van de redenen waarom men de cipres vaak op kerkhoven aantreft. Al in de voor-Griekse tijd wijst veel erop dat de cipres een cultusboom was, die later in onderwereldculten werd geïntegreerd. Cipressentakjes onder het zaaigoed zouden beschermen tegen ongedierte. ...
naaldboom van de geslachten Cupressus en Chamaecyparis (toon de herkomst via de etymologiebank)
[tradities] Ook ceder genoemd. Omdat hij altijd groen blijft en heel oud wordt, symbool van (bijna) onsterfelijkheid. Staat veel op begraafplaatsen rond de Middellandse Zee.
naaldboom
Genus van 12 soorten groenblijvende sier- en productieconiferen die voorkomen in warm-gematigde regio's van het noordelijk halfrond, met inbegrip van het westen van Noord-Amerika, Midden-Amerika, het noordwesten van Afrika, het Midden-Oosten, de Himalaya, het zuiden van China en het noorden van Vietnam