combineren werkw. Uitspraak: [ kɔmbiˈnerə(n) ] Afbreekpatroon: com·bi·ne·ren Vervoegingen: combineerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gecombineerd (volt.deelw.) (verschillende dingen) bij elkaar brengen tot een geheel Voorbeeld: 'werk en de zorg voor kinderen combineren' Synoniem: koppelen Synoniemen: bijeen voegen bijvoegen ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/combineren