
het comitélid zelfst.naamw. Afbreekpatroon: co·mi·té·lid Verbuigingen: comitéleden (meerv.) Verbuigingen: comitélidje (verkleinwoord) 
 iemand die deeluitmaakt van een comité. Voorbeeld: 'Het comitélid was aanwezig op de vergadering.' . ...
Gevonden op 
https://www.woorden.org/woord/comitélid
  Geen exacte overeenkomst gevonden.