
Spreekwoorden: (1914)
Iemand de kroon van het hoofd nemen,d.w.z. hem zijn eerekrans ontnemen, hem schandvlekken, onteeren ‘iemand door quaadspreken berooven van zyn eere, en goeden naam, die zyn kroon en çieraad is (Tuinman I, 202). Vgl. het 17<sup>de<-sup>-eeuwsche iemands kroon te na zijn, iema...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Iemand de kroon van het hoofd nemen,d.w.z. hem zijn eerekrans ontnemen, hem schandvlekken, onteeren ‘iemand door quaadspreken berooven van zyn eere, en goeden naam, die zyn kroon en çieraad is (Tuinman I, 202). Vgl. het 17<sup>de<-sup>-eeuwsche iemands kroon te na zijn, iema...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.