debatteren werkw. Uitspraak: [ debɑˈterə(n) ] Afbreekpatroon: de·bat·te·ren Vervoegingen: debatteerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gedebatteerd (volt.deelw.) een openbare discussie houden Voorbeeld: 'debatteren over een politieke kwestie' Synoniemen: discussiëren discussiren 2 definities...
1) Discussiëren 2) Discuteren 3) Redekavelen 4) Redetwisten 5) Spel 6) Twisten 1) Discussiëren 2) Polemiseren 3) Redetwisten 
discussi?ren (toon de herkomst via de etymologiebank)
discussiëren
discussiëren