
die zijde van het schip waar het deurtje naar `het voorin` zich bevindt. De term heeft betrekking op vissersschepen , waar in de regel het deurtje zich aan stuurboord bevindt. In de spanvisserij hadden de oostoverliggers echter het deurtje aan bakboord . Peter Dorleijn , Van gaand en staand want, deel 5. Lemmer, Uitg. Van Kampen & zn, 1982.
Gevonden op
https://www.binnenvaarttaal.nl/zoek.php?woord=deurtjeskant
Geen exacte overeenkomst gevonden.