
de dipper zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: dip·per Verbuigingen: dippers (meerv.) Verbuigingen: dippertje (verkleinwoord)
1) iets of iemand die dipt 2) een elektronisch testapparaat waarmee o.a. de resonantiefrequentie van een antenne of resonantiekring kan worden bepaald Voorbeeld: 'De aflezing op de dipper zal b...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/dipper
Geen exacte overeenkomst gevonden.