strelen, aaien, zacht strijken langs - Voorbeeld: ‘Over de wijde velden spreidde het vluwhaarde koorn, en waar de windadem over dreelde en vleide, blonk het bij strepen, lijk onder klaar doorschijnend water’ - Voorbeeld: ‘Terwijl de knecht elders bezig was, nam hij een peerd bij de kop en dreelde zijn wang tegen de snuit voor 't af... Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0007.php