
één enkel voorwerp, ding; eenheid - Voorbeeld: ‘
Ik heb de schone dingen gegaard (...), -meer: nu heb ik er van uit de hoogte een algemene blik over, ik zie alles ineens als een grote, wijde heerlijkheid en naar goeddunken daal ik neer enneen d'een of d'andere enkelheid, al naar mijn behagen, en dat draai ik rond en geniet er van’ - Vo...
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0008.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.