de export zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈɛkspɔrt ] Afbreekpatroon: ex·port Verbuigingen: exporten (meerv.) uitvoer van handelsproducten naar het buitenland Voorbeeld: 'exportvergunning' Antoniem: import Synoniemen: uitvoer import (antoniem) 10 definities...
1) Bier 2) Bier(soort) 3) Drank 4) Uitvoer 5) Uitvoer van handelsproducten naar het buitenland 6) Uitvoerhandel 1) Uitvoer 2) Uitvoerhandel 
Uitvoer: verkoop van goederen en diensten aan het buitenland. De uitvoer omvat de goederen die van het thuisland naar een ander land worden vervoerd.
het vanuit het eigen land naar het buitenland brengen vb: de export is dit jaar gestegen Synoniem: uitvoer Tegenstelling: import
uitvoer van goederen
[economie] Het uitvoeren van goederen en/of diensten naar het buitenland. Import (invoer) is het tegenovergestelde. Douanetechnisch gebeurt dit bij de beslissing over de belastingbetaling (uit‑ resp. inklaring).
Uitvoer.
Men spreekt van export wanneer een onderneming vanuit haar thuisbasis goederen naar het buitenland exporteert. 
uitvoer van de nationale productie
Het verkopen van inlandse goederen aan andere landen.
Uitvoer: goederen en diensten die verkocht en geleverd zijn aan afnemers in het buitenland.
Uitvoer van producten en grondstoffen.
Levering van goederen en diensten aan een ander land. (= uitvoer)