falsifiëren werkw. Uitspraak: [ fɑlsifi'jerə(n) ] Vervoegingen: falsifieerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gefalsifieerd (volt.deelw.) 1) namaken met de bedoeling echt te lijken Voorbeeld: 'De wereldberoemde Nachtwacht van Rembrandt valt niet te falsifiëren.' Synoniemen: : falsificeren, vervalsen 2) de onju... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/falsifieren