de flauwekul zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ flɑuwəˈkʏl ] Afbreekpatroon: flau·we·kul ideeën en beweringen die vreemd en niet waar zijn Voorbeeld: 'Wat hij in die brief beweert is je reinste flauwekul.' Synoniemen: : nonsens, kolder, onzin, Synoniemen: gebeuzel geleuter gezwets humbug klets kletskoek kletspraat kol kolder kul nonsen...
1) Gebeuzel 2) Geleuter 3) Gezwets 4) Apekool 5) Kol 6) Nonsens 7) Wartaal 8) Larie 9) Lariekoek 10) Absurd 11) Kul 12) Shit 13) Kletskoek 14) Kletspraat 15) Humbug 16) Rimram 17) Onzin 
kletspraat
flauwe praat, onzin (toon de herkomst via de etymologiebank)
dwaze, domme praat vb: hij vertelt alleen maar flauwekul Synoniemen: onzin nonsens Tegenstelling: zin