Ganzenboer definitie

Zoek op

ganzenboer

ganzenboer logo #1000de ganzenboer zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: gan·zen·boer Verbuigingen: ganzenboeren (meerv.) Verbuigingen: ganzenboertje (verkleinwoord) een boer die ganzen houdt. Voorbeeld: 'De pluimveehouder was een ganzenboer.' . ...
Gevonden op https://www.woorden.org/woord/ganzenboer
Geen exacte overeenkomst gevonden.