de gastarbeider zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'xɑstɑrbɛidər ] Afbreekpatroon: gast·ar·bei·der Verbuigingen: gastarbeiders (meerv.) werknemer die in principe tijdelijk in het buitenland werkt Voorbeelden: 'Gastarbeiders in Nederland doen vaak werk waar geen Nederlandse werknemers voor te vinden zijn, vooral als het onaangenaam werk ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/gastarbeider
iemand die tijdelijk als arbeider in een rijker land komt werken; tijdelijke arbeider met een ander land van herkomst Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/gastarbeider
Aanduiding voor laag- of gewoon geschoolde mensen die meestal in het kader van bilaterale akkoorden immigreren met het oog op een betere tewerkstelling en een hoger inkomen in het gastland. De term is ontstaan in de tijd dat uitgegaan werd van de tijdelijke aanwezigheid van migranten, maar is nu in onbruik geraakt. Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10017