de Gentenaar zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈxɛntənar ] Afbreekpatroon: Gen·te·naar Verbuigingen: Gentenaren (meerv.) de Gent - se zelfst.naamw. Uitspraak: [ ˈxɛnt - sə ] Afbreekpatroon: Gen·te·naar Verbuigingen: Gentsen (meerv.) iemand die geboren is in Gent of daaruit afkomstig is 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/Gentenaar