gerust bijv.naamw. Uitspraak: [ xəˈrʏst ] Afbreekpatroon: ge·rust 1) weer rustig omdat je niet bang meer hoeft te zijn Voorbeeld: 'gerust terug naar huis gaan nadat de dokter gezegd heeft dat je geen ernstige ziekte hebt' Synoniem: gerustgesteld met een gerust hart (zonder bezorgd te zijn) 'Je kunt met een gerust hart deze drukk... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/gerust
rustig omdat je niet bang hoeft te zijn vb: hij ging gerust slapen een gerust geweten hebben [vinden dat je onschuldig bent] ergens gerust op zijn [er vertrouwen in hebben] Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=gerust
1) in een kalme stemming verkerend, waarin men niet bevreesd of bezorgd is 2) van of als van iemand in kalme stemming; van of als van iemand die niet bevreesd of bezorgd is 3) zonder bezwaar; zonder meer Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/gerust
rustig, kalm gestemd uitdr.: Voorbeeld: ‘laat mijn hoofd gerust’: laat mij met rust, met vrede (VD) - Voorbeeld: ‘Als hij 't gepraat moet werd, zoo hij: - laat mijn hoofd gerust, en keerde zijn aangezicht naar de muur’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0010.php