giegagen werkw. Afbreekpatroon: gie·ga·gen Verbuigingen: giegaagde Vervoegingen: gegiegaagd (volt.deelw.) het kenmerkende geluid van een ezel maken Voorbeeld: 'Juist op oogenblik, toen hij boven op den heuvel was, begon zijn ezel te giegagen en achteruit te slaan, zoodat de beide molensteenen hem van den nek vielen en met verschrikkelijk ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/giegagen