de gifslang zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ 'xɪfslɑŋ ] Afbreekpatroon: gif·slang Verbuigingen: gifslangen (meerv.) slang die giftig is als hij je bijt Voorbeelden: 'De beet van een gifslang kan tot de dood leiden.' , 'De enige gifslang in Nederland en België is de adder.' Gevonden op https://woorden.org/woord/gifslang
slang waarvan de beet giftig is iemand, vooral een vrouw, die op een venijnige, giftige, kwetsende, kwaadaardige manier spreekt of handelt Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/gifslang