
Spreekwoorden: (1914)
Goed uit zijn doppen ziend.w.z. goed uit zijn ogen zien. Onder dop moet in eigenlijken zin verstaan worden ooglid, vandaar oog. Vgl. fri. dop, de oogklep aan de blindkap van een paard; daarna oog: dy faem sjucht goed helder ut hjar doppen, dat meisje ziet goed helder uit haar ogen; Molema, 813: Krie...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Goed uit zijn doppen ziend.w.z. goed uit zijn ogen zien. Onder dop moet in eigenlijken zin verstaan worden ooglid, vandaar oog. Vgl. fri. dop, de oogklep aan de blindkap van een paard; daarna oog: dy faem sjucht goed helder ut hjar doppen, dat meisje ziet goed helder uit haar ogen; Molema, 813: Krie...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.