goedendag tussenwerpsel Uitspraak: [ xudə(n)'dɑx ] Afbreekpatroon: goe·den·dag <dit zeg je als je iemand ergens op de dag groet als je komt of weggaat> Voorbeeld: 'Goedendag, mag ik vragen hoe laat het is?' Synoniemen: dag Gevonden op https://woorden.org/woord/goedendag
gebruikelijke expressie die een vriendelijke of vaak ook louter beleefde groet uitdrukt bij een ontmoeting of afscheid Soms min of meer als zelfstandig naamwoord gebruikt in zinnen als 'Een goedendag kon er niet vanaf.' De vorm goeie(n)dag is minder formeel dan goedendag . ter uitdrukking bij een afscheid dat men iemand nog een prettig verder verlo... Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/goedendag