
1.lust, begeerte, neiging, zin Voorbeeld: ‘
Als gij in iemands huis woont en zijn brood eet, moet ge voor hem werken en zijn goeste doen’ Voorbeeld: ‘
Als ik een jong koppel zie pimpelogen, krijg ik goest er nog aan mee te doen’ 2.bekomst Voorbeeld: ‘
Voorbeeld: ‘O, we komen nog wel bijtijds om ons goeste wafels te ete...
Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0010.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.