de halter zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'hɑltər ] Afbreekpatroon: hal·ter Verbuigingen: halters (meerv.) stang met gewichten aan de uiteinden sport Voorbeeld: 'een halter met verwisselbare gewichten' 
1) Staaf met gewichten 2) Sportartikel 3) Dameshemdje 4) Staaf met zware bollen 5) Korte handstaaf 6) Krachtsportwerktuig 7) Verzwaarde handstaaf 8) Gewicht 9) Gewichtstaaf 10) Mager koebeest 11) Drukstaaf 12) Gymnastiekwerktuig 13) Gymnastiektoestel 14) Handstaaf 15) Hefgewicht 
staaf met kogels of schijven aan uiteinden
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Gymnastiek), metalen stang met twee ijzeren bollen of gewichten, aan de uiteinden, dienend om daarmede armbewegingen te maken, die veel krachtiger zijn, dan die met de hand alleen.
staaf met kogels of schijven aan uiteinden
Let op: Spelling van 1858 een houten werktuig, waarmede onderscheidene heelkundige instrumenten bij het slijpen en polijsten vastgebonden worden
staaf met gewichten aan de uiteinden (toon de herkomst via de etymologiebank)