de handboog zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: handbogen (meerv.) Verbuigingen: handboogje (verkleinwoord) het deel van de pijl en boog dat men vasthoudt en niet wegschiet Voorbeeld: 'Hij neemt altijd zijn eigen handboog mee naar de pijl-en-boogschietlessen.' . Synoniemen: boog 3 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/handboog
Pijl en boog zijn lang als wapen in gebruik geweest. Men onderscheidt de handbogen (10,11 en 12) van de kruisboog (13). De grote handboog had een lengte die overeenkwam met die van de schutter zelf. Het spannen vereiste nogal wat kracht zodat alleen ervaren en regelmatig trainende schutters in staat... Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10789