helemaal bijwoord Uitspraak: [ ˈheləmal ] Afbreekpatroon: he·le·maal volledig Voorbeelden: 'helemaal nat zijn' , 'helemaal geen zin hebben om op te staan' Synoniemen: : compleet, totaal Dat is het helemaal! (dat is fantastisch) Synoniemen: absoluut compleet degelijk diepgaand diepgravend door en door faliekant finaal grondig hartstikke ...
1) Absoluut 2) Al 3) Algeheel 4) Allemaal 5) Alles 6) Compleet 7) Degelijk 8) Diepgaand 9) Diepgravend 10) Faliekant 11) Finaal 12) Gans 13) Geheel 14) Glad 15) Grondig 16) Hartstikke 17) Helegaar 18) Holocrien 19) Integraal 20) Lang 21) Ongedeeld 22) Radicaal 23) Tenvolle 24) Totaal 25) Totaliter 26) Uberhaupt 1) Absoluut 2) Algeheel 3) Alleszins 4) Bijwoord 5) Compleet 6) Degelijk 7) Diepgaand 8) Diepgravend 9) Faliekant 10) Finaal 11) Gans 12) Geheel 13) Geheel en al 14) Grondig 15) Hartstikke 16) Heel 17) Helegaar 18) In het geheel 19) Integraal 20) Met huid en haar 21) Onbeperkt 22) Op-en-top 23) Radicaal 
geheel en al, volkomen, volstrekt (toon de herkomst via de etymologiebank)
geheel en al, in alle opzichten vb: die opmerking van Nako was helemaal te begrijpen Synoniemen: geheel alleszins volledig [2] glad [2]
•In zijn geheel.
geheel en al
bijwoord van hoedanigheid: geheel en al