de heup zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ høp ] Verbuigingen: heupen (meerv.) lichaamsdeel waar je been aan je bovenlichaam zit Voorbeeld: 'allebei je heupen breken bij een ongeluk' het op je heupen krijgen (opgewonden beginnen iets te doen) Spreekwoorden en zegswijzen • uit de heup schieten (=een discussie ... Gevonden op https://woorden.org/woord/heup
1) Deel van een been 2) Deel van het lichaam waarmee het been aan het lichaam zit 3) Deel van het been 4) Deel van een romp 5) Deel van het skelet 6) Gewricht 7) Lichaamsdeel 8) Deel van de romp 9) Bot 10) Schonk 11) Zichtbaar lichaamsdeel Gevonden op https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Heup/1
• [anatomie] deel van beide zijkanten van het menselijk lichaam ter hoogte van het heupgewricht. • [anatomie] het heupgewricht. Gevonden op https://nl.wiktionary.org/wiki/heup
Bij twee- en viervoetige dieren en bij mensen: de uitstekende delen aan weerszijden van het lichaam die worden gevormd door de laterale uitbreidingen van het bekken en het bovenste deel van het dijbeen Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/11605