de hei zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ hɛi ] Verbuigingen: heien (meerv.) 1) laag plantje met paarse, roze of witte bloemetjes Voorbeeld: 'bloeiende hei' Synoniem: heide (1) 2) gebied waar hei (1) groeit Voorbeeld: 'een herder met schapen op de hei' Synoniem: heide (2) Je kunt de hei op! (<dit zeg je tegen ie...
1) Begroeid terrein 2) Bosgewas 3) Onvruchtbaar gebied 4) Uitroep om de opmerkzaamheid te trekken 5) Natuurgebied 6) Begroeide vlakte 7) Uitroep 8) Wilde plant 9) Begroeide zandvlakte 10) Gewas 11) Uitroep van vreugde 12) Vegetatie 13) Begroeide zandgrond 14) Uitroep om de aandacht te trekken 15) Veld met wilde planten 
Hei is een Koreaanse meisjesnaam. Het betekent `stijl`. Extra info: Hea, Hei 
gesloten
Let op: Spelling van 1914 n.e. Zie COELOGENYS.
zandvlakte waar paarse en witte planten op groeien vb: we wandelden over de hei Synoniem: heide
•heide (+audio)
[Vergeten woorden] (m.) hitte, droogte [in heidamp, ~ heiig, hijten]
tussenwerpsel: uitroep om aandacht of bevestiging te krijgen