de hindoe zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈhɪndu ] Afbreekpatroon: Hin·doe Verbuigingen: hindoes (meerv.) aanhanger van het hindoeïsme religie 
1) Inwoner van Azië 2) Aanhanger van een bepaalde godsdienst 3) Brahmaan 4) Oosterling 5) Aanhanger van het hindoeïsme 6) Aanhanger van een wereldgodsdienst 7) Aanhanger van een godsdienst 8) Gelovige 9) Aanhanger van zekere godsdienst 10) Aanhanger van zekere religie 11) Surinaamse inwoner
aanhanger van het hindoe?sme (toon de herkomst via de etymologiebank)
iemand die het hindoeïsme, een stroming binnen het hindoeïsme aanhangt, belijdt; aanhanger, belijder van het hindoeïsme, een stroming binnen het hindoeïsme
aanhanger van het hindoeïsme