de (m)/het hocus pocus zelfst.naamw. Uitspraak: [ hokʏs'pokʏs ] Afbreekpatroon: ho·cus po·cus ideeën en handelingen waaraan je geen waarde hecht Voorbeelden: 'Zij is ervan overtuigd dat ze de man in een vorig leven al heeft gekend, maar hij is wars van zulke hocus pocus.' , 'de hocus-pocus van homeopaten en antroposofen' Synoniem: fla... Gevonden op https://woorden.org/woord/hocus pocus
hocus-pocus zelfst.naamw. Synoniemen: de kunst van het goochelen goochelarij hocuspocus kunsten slinksigheid Gevonden op https://woorden.org/woord/hocus-pocus
Let op: Spelling van 1858 goochelarij, oogverblinding. (Tillotson, een Engelschman, leidt deze uitdrukking af van de woorden: hoc est corpus) Gevonden op https://dbnl.org/tekst/weil004kuns01_01/