de icosaëder zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: ico·sa·eder Verbuigingen: icosaëders (meerv.) Verbuigingen: icosaëdertje (verkleinwoord) regelmatig twintigvlak Voorbeeld: 'Bij een icosaëder komen steeds vijf ribben tezamen in een punt.' . 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/icosaëder