de infertiliteit zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ ɪnfɛrtili'tɛit ] Afbreekpatroon: in·fer·ti·li·teit feit dat je je niet kunt voortplanten medisch Voorbeeld: 'medische behandeling van infertiliteit' Antoniem: fertiliteit Synoniem: onvruchtbaarheid 
1) Onvruchtbaarheid 
onvruchtbaarheid
Onvruchtbaarheid, het onvermogen van de man en-of vrouw om kinderen te verwekken-te krijgen. Verminderde of totale (= steriliteit) onvruchtbaarheid (= infertiliteit) bij man of vrouw kan zeer uiteenlopende lichamelijke en-of psychische oorzaken hebben.
ongewenste kinderloosheid waarbij meestal sprake is van verminderde vruchtbaarheid. Komt voor bij ongeveer 15% van de relaties
onvnruchtbaarheid.
Onvruchtbaarheid
onvruchtbaarheid (toon de herkomst via de etymologiebank)
(of onvruchtbaarheid) Onbekwaamheid om kinderen te verwekken.
In het algemeen is er van onvruchtbaarheid sprake wanneer het vermogen tot het verwekken van kinderen niet aanwezig is. Van infertiliteit of steriliteit kan worden gesproken wanneer er bij een echtpaar, ondanks het feit dat ze minstens twee jaar lang twee keer per week vaginale geslachtsgemeenschap hebben gehad (zonder daarbij gebruik te maken van ...