
inkochelen werkw. Afbreekpatroon: in·ko·che·len Verbuigingen: kochelde in Vervoegingen: ingekocheld (volt.deelw.)
1) de huid, gewoonlijk van het gezicht, inwrijven met sneeuw Voorbeeld: 'De kinderen maakten sneeuwpoppen, gooiden sneeuwballen en kochelden elkaar in.'
2) enz. 3) tweede betekenisomschrijv...Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/inkochelen
Geen exacte overeenkomst gevonden.