jonkheid, jongeling - Voorbeeld: ‘Maar met de jeugd, met jongheden en jonge meisjes is het anders gesteld: al het verlangen van hun herte draait naar dat tijdstip van het jaar’ (Uitzicht II 106) Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0013.php