kaai zelfst.naamw. (de) Verbuigingen: kaaien (meerv.) Verbuigingen: kaaitje (verkleinwoord) kade, aanlegplaats . Synoniemen: kade walkant 9 definities
1) Aanlegplaats 2) Aanlegplaats voor schepen 3) Aanlegwal 4) Deel van een haven 5) Gemetselde oeverkant 6) Gier 7) Ka 8) Kaan 9) Kade 10) Keermuur 11) Losplaats 12) Losplaats van schepen 13) Oever 14) Oeverdam 15) Pruimpje tabak 16) Pruimtabak 17) Pruimtabak (volkstaal) 18) Wal 19) Walkant 20) Waterkant 1) Aanlegplaats 2) Brugwal 3) Ka 4) Kaan 5) Kade 6) Losplaats 7) Oever 8) Perron 9) Pruimtabak 10) Ree 11) Schutmuur 12) Wal 13) Waterkant 14) Werf 
Let op: Spelling van 1858 ka, kade, muurwerk langs een water, aan eene haven enz., voor het laden en lossen der schepen
gier van een schip (toon de herkomst via de etymologiebank)
havendam.
wal
1> verticale gemetselde wal. Ook kade genoemd. 2> lage smalle dijk. 3> datgene wat aan de kaai grenst of door de kaai omgeven wordt. 4> rollende, zijdelingse beweging van het schip bij het overstag gaan. Ook kaaier genoemd.
Uit `De lagere vaktalen: Taal van kuipers, klompenmakers en kurkensnijders` 1914 iedere blokmaker moet over eene plaats beschikken, waar hij zijne gekochte en gevelde boomen zal op een leggen, om ze volgens dat hij ze noodig heeft te gebruiken. Zulke plaats heet de kaai.
Kade.
Vlaams voor het Nederlandse woord ` kade`