kaartlezen werkw. Uitspraak: [ 'kartlezə(n) ] Afbreekpatroon: kaart·le·zen Vervoegingen: las kaart (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft kaartgelezen (volt.deelw.) op een wegenkaart bijhouden waar je bent en kijken hoe verder moet Voorbeeld: 'Laat mij maar rijden, want ik kan niet kaartlezen.' 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/kaartlezen
Begrijpen wat erop een kaart staat. Daarvoor heb je vier dingen nodig: de titel, de legenda, de noordpijl en de schaal. Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/11640