zottenklap, -praat, zottigheid, vreugde - Voorbeeld: ‘Er moet al eens wat kallegaai bij zijn, van de labberdoes en de sjammeliefoei, wat dertelheid - een mens, al wordt hij van jaren, moet al eens zijn gat kunnen opsmijten’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0014.php